Welkom op deze muzikale viering van de kosmos. Of beter, van onze menselijke perceptie van de kosmos. Van onze plaats in die werkelijk immense kosmos. - Thomas Hertog

De planeten zijn een goede plek om te beginnen met ons verhaal. De bewegingen van de zes planeten in ons zonnestelsel die voor het blote oog zichtbaar zijn, hebben een fundamentele impact gehad op de manier waarop de mens begon na te denken over de kosmos. De planeten waren de vonk die de menselijke geest losweekte uit een religieus-mythologisch wereldbeeld en zo geleidelijk de weg bereidde voor een wetenschappelijk begrip van een wereld, gebaseerd op rationele wetten die we kunnen ontdekken. Dit is zonder twijfel een uitermate belangrijk en verrijkend hoofdstuk geweest in de geschiedenis van de mensheid, en een hoofdstuk waaraan we nog altijd verder schrijven. Ik beschouw het als een geschenk voor de mensheid, maar ook als een verworvenheid waar we omzichtig moeten mee om springen. Het is trouwens mooi dat muziek en wetenschap deze ontdekkingstocht voor een groot deel samen hebben afgelegd, vanuit een gedeeld gevoel van verwondering. Alhoewel ze elk gebruik maken van hun eigen taal hebben ze in interactie mekaar verrijkt in hun begrijpen en verbeelden van de wereld. Denk maar aan de muziek der sferen van Pythagoras, en de Musica Universalis.

Nu, de eerste revolutie in onze reflectie over de kosmos vond plaats in Milete (in het westen van Turkije) in de 6de eeuw voor onze tijdrekening. In Milete concipieerde Anaximander als eerste onze aarde als een planeet, als een gigantische rots die vrij in een lege ruimte zweefde. Anaximander nam hiermee afstand van de visie op de wereld als een soort gesloten doos, met de Hemel daarboven en de aarde onderaan. Anaximander zag een open ruimte. Hij gaf diepte aan de kosmos.

Natuurlijk bleef de mens nog lang stevig verankerd in het centrum van die kosmos. Het is pas in de 16de eeuw dat Copernicus, niet zonder enige aarzeling en twijfel, zijn heliocentrisch model van het zonnestelsel publiceerde. Zoals u kan zien, postuleert het model zes concentrische cirkels rond de Zon, één voor elke planeet die toen gekend was, omgeven door een onveranderlijke sfeer voor de sterren.

Maar die cirkelbanen hadden tot gevolg dat het Copernicaanse model niet echt goed functioneerde. Het Copernicaanse model is in de eerste plaats een verandering van wereldbeeld dan een behoorlijk model van de planetenbanen. Kort daarna echter had Galilei het briljante idee om vanop de Campanile van de San Giorgio Maggiore in Venetië, met een telescoop wat nauwkeuriger het hemelgewelf te observeren. Hij tekende onder meer de kraters en de bergen die hij waarnam op de oppervlakte van de maan en ontkrachtte op die manier de aloude idee dat de hemel gedirigeerd werd door perfecte cirkels of bollen.

Dit effende het pad voor Kepler die zag dat de banen van de planeten eerder elliptisch dan circulair zijn, waarvoor Newton in 1687 een wiskundige, theoretische onderbouwing gaf met zijn wetten van de mechanica. Newtons wiskundige wetten verenigen in zekere zin Hemel en Aarde. Maar zelfs Kepler en Newton verankerden hun wetenschappelijke inzichten in de bewegingen van de planeten uiteindelijk in een fundamenteel mythisch wereldbeeld van de kosmos. Eigenlijk reconstrueerden ze letterlijk, en dat ziet u in Keplers Mysterium Cosmographicum, de Platonische droom van de harmonie van de sferen, met inbegrip van die vaste buitensfeer. Men zegt weleens dat Newton de laatste magiër in plaats van de eerste wetenschapper was!

Het meest spectaculaire succes van deze nieuwe wetenschappelijke kijk op de planeten zagen we wellicht in de 19e eeuw toen astronomen vaststelden dat de baan van de planeet Uranus, de Tovenaar in Holst, schijnbaar enigszins afweek van het pad dat werd voorspeld door de wet van Newton. De Franse astronoom Urbain Le Verrier opperde dat deze discrepantie kon worden verklaard door het effect van een nog onbekende planeet, verder verwijderd van de zon, die de baan van Uranus zou beïnvloeden. Le Verrier gebruikte Newtons bewegingswet om precies te voorspellen waar aan de hemel deze onbekende planeet zich zou moeten bevinden. En inderdaad, de volgende nacht vonden astronomen Neptunus, de Mysticus, precies waar Le Verrier hem had gesitueerd. Le Verrier had een planeet ontdekt "met de punt van zijn pen", een spectaculaire bevestiging van de kracht van de nieuwe wetenschap, wat velen ertoe aanzetten om de wetten van Newton te verheerlijken als de ultieme definitieve waarheid.

Geïnspireerd door dit succes richtte Le Verrier zijn aandacht vervolgens op Mercurius, de planeet die zich het dichtst bij de zon bevindt. De baan van Mercurius strookte evenmin met wat de wetten van Newton voorspelden. Dus begonnen astronomen opnieuw te zoeken naar een onbekende planeet, deze keer een planeet dicht bij de Zon, dichterbij dan Mercurius. Le Verrier had er al een naam voor: Vulcanus. Deze zoektocht duurde tientallen jaren, maar Vulcanus werd nooit gevonden, en het pad van Mercurius bleef de hele 19de eeuw een mysterie.

Mercurius, de Gevleugelde Boodschapper in Holst, deed zijn naam trouwens alle eer aan. In het begin van de 20e eeuw werd de mysterieuze baan van Mercurius een cruciaal element in Albert Einsteins onderzoek om een ​​heel nieuw wereldbeeld te ontwerpen. Einstein is onze moderne Anaximander. Zijn relativiteitstheorie is een radicale afwijzing van de zwaartekrachtwet van Newton. Einstein herinterpreteerde de zwaartekracht, niet als een kracht, maar als een manifestatie van het buigen en kromtrekken van ruimte en tijd. Ruimte en tijd, de basisstructuren van de werkelijkheid, komen tot leven in Einsteins theorie, zij evolueren volgens wiskundige wetmatigheden. Met zijn relativiteitstheorie brengt Einstein eindelijk ook de buitenste sfeer van de antieke wereldmodellen, en dus nu de kosmos als geheel, binnen in het rijk van de wetenschap.

In 1915, tegen de achtergrond van de fundamentele vragen en grote uitdagingen van de Eerste Wereldoorlog, demystifieert Albert Einstein de kosmos. Tegelijkertijd, in Groot-Brittannië, aan de andere kant van de loopgraven, voltooit Gustav Holst The Planets, een orkestsuite waarin hij de diepmenselijke, archetypische, religieus-mythische zoektocht vorm geeft die Einstein zo radicaal probeert achter zich te laten. Muziek en wetenschap, partners gedurende zoveel eeuwen, konden op dit dramatische moment in de geschiedenis niet meer tegengesteld zijn.

Einsteins relativiteitstheorie verschafte de instrumenten die de mens toelaten onze wetenschappelijke tocht ver voorbij ons zonnestelsel verder te zetten, verder in de ruimte en terug in de tijd. Wanneer we diep in het universum kijken dan observeren we het universum zoals het lang geleden was, omdat het licht uit die verre regio's miljoenen of zelfs miljarden jaren heeft gereisd om ons te bereiken. In de kosmologie reconstrueren we ons verleden. "We staan ​​als het ware op een afgekoelde brok lava”, zo zei de Leuvense astronoom Georges Lemaître, “we zien de Zonnen langzaam vervagen en proberen de vergane glorie van de oorsprong der Werelden te reconstrueren."

In onze exploratie van de kosmos ontdekten we miljarden sterrenstelsels zoals onze eigen Melkweg. Achter die sterrenstelsels, achter de verste sterren, ligt onze kosmische horizon. Dit is het moderne beeld van de buitenste sfeer van de vaste sterren in de antieke wereldmodellen. Verder kunnen niet kijken. Dit is een volledige hemelkaart van de nagloed van de oerknal. En het leeft! Het flikkert, zoals u kan zien. Deze flikkeringen zijn extreem kleine temperatuurvariaties in de hitte van de oerknal, het zijn de zaden die zich gedurende miljarden jaren hebben ontwikkeld tot sterren en planeten, en alle structuren in het universum die we vandaag zien. Hun kaart is een kosmologische Rosetta-steen. We kijken hier zo ver we kunnen, naar onze eigen oorsprong.

Dit brengt ons bij Joby Talbots aanvulling van The Planets. Talbot voegt een achtste beweging toe aan The Planets, die hij beschrijft als een buitenwaartse reis, weg van de zon, een reis die ons ver voorbij de planeten brengt. De titel van zijn beweging `Werelden, sterren, systemen, oneindigheid ' is ontleend aan een passage in een brief van Lord Byron, de gevierde Britse romantische dichter. Ik citeer: “ Waarom ik hier ben, weet ik niet; me afvragen waar ik heen zal gaan is nutteloos – te midden van ontelbare levende en de dode werelden, sterren, systemen, oneindigheid, waarom me zorgen maken om een ​​atoom." Een atoom, .. dat zijn wij. De moderne kosmologie laat zien dat we zelfs in de uitgestrektheid van de ruimte nooit ver weg zijn. Wij zijn gemaakt van sterrenstof. Wij zijn een manier voor de kosmos om zichzelf te kennen.

- Thomas Hertog

lees deel 2

Info concert