Licht in oorlogstijd
Britten componeerde A Ceremony of Carols in 1942, tijdens een maandenlange boottocht van de Verenigde Staten naar zijn thuisland. De omstandigheden waren verre van ideaal: ‘We verbleven in een hut, die Peter Pears beschreef als miserabel, heet en stoffig, met een ondraaglijke stank. De bemanning bleek onervaren en lawaaierig; ze gedroegen zich als dwazen. Daarnaast was er de voortdurende dreiging van een aanval door U-boten. Niet de meest inspirerende omgeving, en toch. Wat kan een componist, opgesloten in een schip, met enkel wat oude teksten en een handharp, anders dan muziek schrijven?’
Tijdens de beklemmende overtocht zocht Britten zijn toevlucht in de poëziebundel The English Galaxy of Short Poem, gekocht tijdens een tussenstop in de Canadese havenstad Halifax. Een aantal van de oud-Engelse teksten over de tijd rond Kerstmis inspireerde hem tot het schrijven van enkele carols. Maar eenmaal aangekomen in Engeland, nam de douane de partituur in beslag – ze verdachten Britten ervan gecodeerde berichten tussen de noten verwerkt te hebben. Gelukkig kon hij hen van het tegendeel overtuigen en kreeg hij zijn werk terug.
Zelf omschreef Britten de compositie als ‘een mengeling van anonieme middeleeuwse teksten en latere gedichten op muziek gezet. Een bijna-kerststuk voor jongenssopranen.' Na de succesvolle première op 5 december 1942 in de bibliotheek van Norwich Castle vulde Britten de bundel nog aan met enkele liederen en een tussenstuk voor harp. En om er een samenhangend geheel van te maken, voegde hij de gregoriaanse antifoon Hodie Christus natus est als opening en sluitstuk toe. Tussen deze twee sacrale werken varieert de stemming van de liederen van een ingetogen gebed tot een uitgelaten dans. Het maakt van A Ceremony of Carols meer dan muziek voor de kersttijd: het werk is een intieme viering van licht en hoop, geschreven tegen de achtergrond van een dreigende oorlog.
Goddelijke en feestelijke klanken
De keuze van Britten om een harp toe te voegen aan het jongenskoor in A Ceremony of Carols was niet alleen pragmatisch of klankmatig, maar sluit ook aan bij de eeuwenoude traditie waarin de harp verbonden werd met hemelse harmonieën en het bovenaardse. Zo verschijnt het instrument in de middeleeuwse iconografie vaak in de handen van engelen, als symbool voor goddelijke muziek. Daarnaast werd de harp in religieuze contexten ook ingezet voor momenten van verstilling en contemplatie, als een tegengewicht voor de monumentale klank van het koor en orgel. Diezelfde associaties klinken door in Brittens partituur, waar de harp de intieme en serene sfeer versterkt.
De Franse harpvirtuoos, componist en pedagoog Carlos Salzedo (1885-1961) bouwde verder op die traditie in zijn Paraphrases voor harp solo. Daarin verrijkte hij de eenvoudige, volkse melodieën van de kerstliederen met virtuoze versieringen, complexe harmonieën en improvisatorische passages. En dat de harp evengoed in al haar grootsheid kan schitteren, bewijzen de openingsmaten uit de beroemde Bloemenwals van het ballet De Notenkraker van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893).
De a capella kerstwerken van componisten als Herbert Howells (1892-1983), Gustav Holst (1874-1934) of John Rutter (1945) vormen een warmhartig verlengstuk van dit programma. Ze bezingen de blijde komst van Jezus, brenger van het licht, of huldigen moeder Maria. In the Bleak Midwinter beschrijft de bescheiden maar liefdevolle setting bij de geboorte van Jezus. Holst wist die sfeer te vatten in een ingetogen hymne, die de Noorse componist Ola Gjeilo (1978) op zijn beurt arrangeerde in zijn herkenbare filmische en weelderige stijl. In Howells’ subtiele zetting van A Spotless Rose – een Engelse vertaling van het anonieme 14e-eeuwse gedicht Es ist ein Ros entsprungen – is het dan weer een ontluikende roos die symbool staat voor de geboorte van Christus tijdens een koude en donkere winternacht. Ook Brittens Hymn to the Virgin is een ode aan Maria. Door de eeuwen heen resoneert in al deze werken dezelfde tijdloze boodschap: het brengen van een streepje licht in de duisternis.
Aurélie Walschaert