Volg de tekst tijdens de concerten A Ceremony of Carols.

Benjamin Britten · A Ceremony of Carols, op. 28

1. Procession

Hodie Christus natus est:
hodie Salvator apparuit:
hodie in terra canunt angeli:
laetantur archangeli:
hodie exsultant justi dicentes:
gloria in excelsis Deo.
Alleluia!

--

Heden is Christus geboren:
vandaag is de Heiland verschenen:
vandaag zingen de Engelen:
de aartsengelen verheugen zich:
vandaag verheugen de rechtvaardigen zich, zeggende:
Ere zij God in den Hoge,
Halleluja!

2. Wolcum Yole!

Wolcum, Wolcum,
Wolcum be thou hevenè king.
Wolcum Yole!
Wolcum, born in one morning.
Wolcum for whom we sall sing!

Wolcum be ye Stevene and Jon.
Wolcum Innocentes every one.
Wolcum, Thomas marter one.
Wolcum, be ye, Good Newe Yere.
Wolcum Twelfth Day both in fere,
Wolcum, seintes lefe and dere,
Wolcum Yole!

Candelmesse, Quene of bliss.
Wolcum bothe to more and lesse.
Wolcum be ye that are here.
Wolcum Yole!
Wolcum alle and make good cheer.
Wolcum alle another yere.
Wolcum Yole! Wolcum!

--

Welkom, Welkom
Welkom zijt gij hemelse koning
Welkom Kerst!
Welkom, geboren op een morgen,
Welkom, voor wie wij zullen zingen!

Welkom zijt gij, Stephanus en Johannus
Welkom aan alle onschuldigen
Welkom aan Thomas, de eerste martelaar
Welkom zijt gij goed Nieuw Jaar
Welkom, twaalfde dag beide in ons gezelschap
Wellkom, heiligen geliefd en dierbaar
Welkom Kerst, Welkom

Maria Lichtmis, Koningin van Zaligheid.
Welkom zowel aan meer als minder,
Welkom, welkom zij gij die hier bent
Welkom!
Welkom, maak plezier
Welkom allen in weer een nieuw jaar,
Welkom Kerst. Welkom!

3. There is no Rose

There is no rose of such virtue
As is the rose that bare Jesu:
Alleluya.

For in this rose contained was
Heaven and earth in little space:
Res miranda.

By that rose we may well see
That he is God in person three:
Pari forma.

The angels sung the shepherds to:
"Gloria in excelsis Deo",
Gaudeamus.

Leave we all this worldly mirth,
And follow we this joyful birth:
Transeamus.

Alleluia, res miranda, Pares forma, Gaudeamus,
Transeamus.

--

Er is geen roos van zulk een deugd
als de roos die Jezus baarde.
Halleluja.

Want in deze roos waren vervat
Hemel en aarde in een kleine ruimte,
Wonderlijk ding!

Door die roos kunnen we goed inzien
dat God een is in drie personen.
Gelijk in natuur.

De engelen zongen tot de herders:
Gloria in excelsis.
Laten we ons verheugen!

Laten we deze wereldlijke vrolijkheid achter ons laten
en deze vreugderijke geboorte volgen.
Laten we overgaan.

Halleluja, wonderlijk ding, gelijk in natuur, laten we ons verheugen,
Laten we overgaan.

4a. That yongë child

That yongë child when it gan weep
With song she lulled him asleep;
That was so sweet a melody
It passèd alle minstrelsy.
The nightingalë sang also:
Her song is hoarse and nought thereto:
Whoso attendeth to her song
And leaveth the first then doth he wrong.

--

Toen het jonge kind begon te huilen
zong ze hem met een lied in slaap:
dat was zo’n zoete melodie
dat het alle minstrelen overtrof.
De nachtegaal zong ook zo:
maar haar lied is er schor en slecht bij.
Wie op haar lied let
en niet op het eerste, handelt verkeerd.

4b. Balulalow

O my deir hert, young Jesus sweit,
Prepare thy creddil in my spreit,
And I sall rock thee in my hert
And never mair from thee depart.

But I sall praise thee evermoir
With sangis sweit unto thy gloir;
The knees of my heart sall I bow,
And sing that richt Balulalow!

--

O mijn lieve hart, jonge Jezus zoet,
Bereid jouw wieg in mijn geest,
en ik zal je wiegen aan mijn hart,
en je nooit meer verlaten.

Maar ik zal je voor altijd prijzen
met zoete liederen ter ere van jou;
De knieën van mijn hart zal ik buigen,
en de passende Balulalow zingen.

5. As Dew in Aprille

I sing of a maiden
that is makèles:
King of all kings
to her son she ches.

He came al so stille
there his moder was,
As dew in Aprille
that falleth on the grass.

He came al so stille
to his moder bour,
As dew in Aprille
that falleth on the flour.

He came al so stille
there his moder lay,
As dew in Aprille
that falleth on the spray.

Moder and mayden
was never none but she;
Well may such a lady
Goddes moder be.

--

Ik zing van een
onbevlekte maagd
Koning van alle koningen,
koos zij tot haar zoon.

Hij kwam zo stil,
waar zijn moeder was
Als dauw in april,
die valt op het gras.

Hij kwam zo stil,
naar zijn moeders prieeltje
Als dauw in april,
die valt op de bloem.

Hij kwam zo stil,
waar zijn moeder lag,
als dauw in april
Die valt op het takje.

Moeder en maagd
waren nooit een, behalve zij.
Zo’n vrouw mag
de moeder Gods zijn.

6. This little Babe

This little Babe so few days old
is come to rifle Satan's fold;
all hell doth at his presence quake
though he himself for cold do shake;
for in this weak unarmèd wise
the gates of hell he will surprise.

With tears he fights and wins the field,
his naked breast stands for a shield;
his battering shot are babish cries,
his arrows looks of weeping eyes,
his martial ensigns Cold and Need
and feeble Flesh his warrior's steed.

His camp is pitchèd in a stall,
his bulwark but a broken wall;
the crib his trench, haystacks his stakes;
of shepherds he his muster makes;
and thus, as sure his foe to wound,
the angels' trump alarum sound.

My soul, with Christ join thou in fight,
stick to the tents that he hath pight.
Within his crib is surest ward,
this little Babe will be thy guard.
If thou wilt foil thy foes with joy,
then flit not from this heavenly Boy.

--

Deze kleine baby, pas een paar dagen oud,
is gekomen om Satans kudde leeg te roven;
De hele hel trilt bij zijn aanwezigheid,
terwijl hij rilt van de koude;
want op deze zwakke, ongewapende manier
zal hij de poorten van de hel verrassen.

Hij vecht met tranen, en wint het veld.
Zijn naakte borst werkt als een schild.
Zijn beukende schoten zijn babykreten,
zijn pijlen de blikken van huilende ogen,
Zijn oorlogstekens Koude en Behoefte,
en zwak vlees zijn strijdersros.

Zijn kamp maakt kwartier in een stal,
zijn bolwerk niet meer dan een gebroken muur.
De kribbe zijn loopgraaf, hooibalen zijn staken;
Van herders maakt hij zijn appèl;
en daarom, omdat hij zijn vijand zeker zal verwonden
Trompetteren de engelen een alarmsignaal.

Mijn ziel, sluit je aan bij Christus in het gevecht,
Blijf bij de tenten die hij heeft opgezet.
In zijn kribbe is de zekerste bescherming
deze kleine Baby zal je bewaker zijn.
Als je je vijanden met plezier wil afweren,
vlucht dan niet van deze hemelse Jongen.

7. Interlude

8. In Freezing Winter Night

Behold, a silly tender babe in freezing winter night,
In homely manger trembling lies; alas, a piteous sight!

The inns are full, no man will yield this little pilgrim bed.
But forced he is with silly beasts, in crib to shroud his head.

This stable is a Prince's court, this crib his chair of State;
The beasts are parcel of his pomp, this wooden dish his plate.

The persons in that poor attire his royal liveries wear;
The Prince himself is come from Heav'n; this pomp is prizèd there.

With joy approach o Christian wight, do homage to thy King;
And highly praise his humble pomp, which he from Heav'n doth bring.

--

Ziet, een hulpeloze, tere baby in een vrieskoude winternacht,
ligt in een eenvoudige kribbe te trillen. Helaas, wat een treurig gezicht!

De kroegen zitten vol, geen mens wil deze kleine pelgrim een bed geven.
Maar hij is gedwongen om bij arme beesten in een kribbe zijn hoofd neer te leggen.

Deze stal is het hof van een Prins, deze kribbe is zijn zetel van Staat;
De beesten maken deel uit van zijn praal, Deze houten schotel is zijn serviesgoed.

De mensen in die arme kledij dragen zijn koninklijke gewaden.
De Prins zelf is uit de hemel gekomen; Deze praal is daar geprezen.

Kom nader met vreugde, O Christelijk wezen, bewijs uw Koning eerbetoon,
En prijs hogelijk zijn nederige praal, die hij uit de Hemel heeft gebracht.

9. Spring Carol

Pleasure it is
To hear, iwis,
The Birdès sing.
The deer in the dale,
The sheep in the vale,
The corn springing.
God’s purveyance
For sustenance,
It is for man.
Then we always
To give him praise,
And thank him than,
And thank him than.

--

Hoe plezierig is het zeker
om de Vogels
te horen zingen,
de herten in het dal,
de schapen in de vallei,
het graan dat opkomt.
Gods leverantie
van voedsel
het is voor de mens.
Zodat wij
hem altijd prijzen
en zullen dankzeggen.
en zullen dankzeggen.

10. Deo gracias

Deo gracias! Deo gracias!
Adam lay ybounden,
Bounden in a bond,
Four thousand winter
Thought he not too long;

Deo gracias! Deo gracias!
And all was for an apple,
An apple that he took,
As clerkës finden
Written in their book.

Deo gracias! Deo gracias!
Né had one apple taken been,
The apple taken been,
Né had never Our Lady
A been Heaven's Queen.

Blessèd be the time
That apple takèn was.
Therefore we moun singen:
Deo gracias! Deo gracias!

--

De Heer zij dank! De Heer zij dank!
Adam lag gebonden,
gebonden in ketenen;
Vierduizend winters
vond hij niet te lang.

De Heer zij dank! De Heer zij dank!
En dat alles vanwege een appel,
een appel die hij nam,
Zoals de geestelijken
het geschreven vinden in hun boek.

De Heer zij dank! De Heer zij dank!
Als die appel nooit genomen was,
die appel nooit genomen,
dan had onze vrouwe nooit
die hemelse koningin kunnen zijn.

Gezegend de tijd
dat die appel was genomen.
Daarom moeten we zingen
De Heer zij dank! De Heer zij dank!

11. Recession

Hodie Christus natus est:
hodie Salvator apparuit:
hodie in terra canunt angeli:
laetantur archangeli:
hodie exsultant justi dicentes:
gloria in excelsis Deo.
Alleluia!

--

Heden is Christus geboren:
vandaag is de Heiland verschenen:
vandaag zingen de Engelen
de aartsengelen verheugen zich:
vandaag verheugen de rechtvaardigen zich,
zeggende:
Ere zij God in den Hoge,
Halleluja!

Benjamin Britten · Hymn to the Virgin

Of one that is so fair and bright
Velut maris stella,
Brighter than the day is light,
Parens et puella:
I cry to thee, thou see to me,
Lady, pray thy Son for me
Tam pia,
That I may come to thee.
Maria!

All this world was forlorn
Eva peccatrice,
Till our Lord was y-born
De te genetrice.
With ave it went away
Darkest night, and comes the day
Salutis
The well springeth out of thee.
Virtutis.

Lady, flow'r of ev'rything,
Rosa sine spina,
Thou bare Jesu, Heaven's King,
Gratia divina:
Of all thou bear'st the prize,
Lady, queen of paradise
Electa:
Maid mild, mother es Effecta.
Effecta.

--

Van één die zo schoon en helder is
Zoals de ster van de zee,
Helderder dan de dag licht is
Moeder en meisje:
Ik roep u aan, zie mij aan
Vrouwe, bid tot uw Zoon voor mij
Zo liefdevol,
Dat ik bij u mag komen
Maria!

De hele wereld was troosteloos
omdat Eva zondares was,
totdat onze Heer werd geboren
Uit u, zijn moeder.
Met een “ave” verdween
de donkerste nacht, en kwam de dag
Van heil
Vanuit u ontspringt de bron
Van deugd.

Vrouwe, bloem van alles
Roos zonder doorn,
U baart Jezus, de koning van de hemel
Door goddelijke genade:
Van alles betaalt u de prijs
Vrouwe, koningin van het paradijs
Uitverkorene:
Milde maagd, tot moeder
Zijt ge gemaakt.

Gustav Holst · In the Bleak Midwinter

In the bleak mid-winter
Frosty wind made moan;
Earth stood hard as iron,
Water like a stone;
Snow had fallen, snow on snow,
Snow on snow,
In the bleak mid-winter
Long ago.

Our God, heaven cannot hold Him
Nor earth sustain,
Heaven and earth shall flee away
When He comes to reign:
In the bleak mid-winter
A stable-place sufficed
The Lord God Almighty —
Jesus Christ.

Enough for Him, whom Cherubim
Worship night and day,
A breastful of milk
And a mangerful of hay;
Enough for Him, whom Angels
Fall down before,
The ox and ass and camel
Which adore.

Angels and Archangels
May have gathered there,
Cherubim and seraphim
Thronged the air;
But only His Mother
In her maiden bliss
Worshipped the Beloved
With a kiss.

What can I give Him,
Poor as I am?
If I were a Shepherd
I would bring a lamb;
If I were a Wise Man
I would do my part,
Yet what I can I give Him,
Give my heart.

--

In de barre winter,
wind door merg en been,
de grond keihard bevroren,
het water als versteend;
sneeuw viel er in lagen,
sneeuw op sneeuw op sneeuw,
in die winterdagen
van een verre eeuw.

Geen hemel kan God houden,
de aarde duldt hem niet,
maar aard en hemel wijken
als Hij het gebiedt.
In 't hartje van de winter
hoefde Hij niet meer
dan een arme veestal,
Christus onze Heer.

Genoeg voor Hem, die de Cherubijnen
dag en nacht aanbidden,
een borst vol melk
en een kribbe vol hooi;
genoeg voor Hem
voor wie engelen neervallen,
de os, de ezel en de kameel
die aanbidden.

Engelen en aartsengelen
mochten daar verzameld zijn,
cherubijnen en serafijnen
vulden de lucht;
maar alleen Zijn moeder
in haar maagdelijke vreugde
aanbad de Geliefde
met een kus.

Wat kon ik hem geven
als ik bij hem kwam?
Zou ik herder wezen -
gaf ik hem een lam.
’k Zou mijn plicht betrachten
als ik wijsheid had.
Wat ik, schoon arm, kan geven
is mijn ganse hart.

John Rutter · There is a flower

There is a flower sprung of a tree,
The root thereof is called Jesse,
A flower of price,
There is none such in paradise.

This flower is fair and fresh of hue,
It fadeth never, but ever is new;
The blessed branch this flower on grew
Was Mary mild that bare Jesu,
A flower of grace;
Against all sorrow it is solace.

The seed hereof was Goddes sand (gift),
That God himself sowed with his hand,
In Nazareth that holy land,
Amidst her arbour a maiden found;
This blessed flower
Sprang never but in Mary's bower.

When Gabriel this maid did meet
With ‘Ave Maria’ he did her greet;
Between them two this flower was set
And safe was kept, no man should wit (know),
Till on a day
In Bethl’em it could spread and spray.

When that fair flower began to spread,
And his sweet blossom began to bed (grow),
Then rich and poor of every land
They marvelled how this flower might spread,
Till kinges three
That blessed flower came to see.

Angels there came from heaven's tower,
To look upon this freshele flower,
How fair he was in his colour,
And how sweet in his savour,
And to behold
How such a flower might spring in gold.

There is a flower sprung of a tree,
The root thereof is called Jesse,
A flower of price;
There is none such in paradise.

--

Er is een bloem ontsproten uit een boom,
De wortel daarvan heet Jesse,
Een bloem van waarde,
Er is geen zoals deze in het paradijs.

Deze bloem is mooi en fris van kleur,
Ze verwelkt nooit, maar blijft altijd nieuw;
Aan de gezegende tak groeide deze bloem,
Het was Maria mild die Jezus baarde,
Een bloem van genade;
Tegen alle verdriet biedt zij troost.

Het zaad hiervan was Gods geschenk,
Dat God zelf zaaide met zijn hand,
In Nazareth, dat heilige land,
Te midden van haar tuin vond een maagd het;
Deze gezegende bloem
Sproot alleen in Maria’s bouwhuis.

Toen Gabriël deze maagd ontmoette,
Groeide hij haar met ‘Ave Maria’ te groeten;
Tussen hen beiden werd deze bloem geplaatst
En veilig bewaard, niemand mocht het weten,
Tot op een dag
In Bethlehem zij zich kon verspreiden.

Toen die mooie bloem begon te bloeien,
En zijn zoete bloesem begon te groeien,
Verwonderden rijk en arm uit elk land zich,
Hoe deze bloem zich kon verspreiden,
Tot de drie koningen
Die gezegende bloem kwamen aanschouwen.

Engelen kwamen daar uit de toren des hemels,
Om deze frisse bloem te aanschouwen,
Hoe mooi hij was van kleur,
En hoe zoet van geur,
En om te zien
Hoe zo’n bloem in goud kon ontspruiten.

Er is een bloem ontsproten uit een boom,
De wortel daarvan heet Jesse,
Een bloem van waarde;
Er is geen zoals deze in het paradijs.

Herbert Howells · A Spotless Rose

A spotless Rose is blowing
Sprung from a tender root,
Of ancient seers’ foreshowing,
Of Jesse promised fruit;
Its fairest bud unfolds to light
Amid the cold, cold winter
And in the dark midnight.

The Rose which I am singing,
Whereof Isaiah said,
Is from its sweet root springing
In Mary, purest Maid;
For through our God’s great love and might
The blessed babe she bare us
In a cold, cold winter’s night.

--

Er is een roos ontsprongen,
Al uit een wortel teer,
Zo ons de ouden zongen,
In tijden van weleer,
En heeft een bloem gebracht,
Al in de koude winter,
In ’t midden van de nacht.


Het roosje, dat wou groeien,
Als in Jesaja staat,
En in Maria bloeien,
Een jonge, reine maagd.
Naar God zijn eeuwig plan
Heeft zij een kind gekregen,
In ’t midden Van de nacht.

Pyotr Ilyich Tchaikovsky · The Nutcracker: Waltz of the Flowers

harp solo (arr. Alexander Boldacev)

traditional · Paraphrase on ‘O Little Town of Bethlehem’

harp solo (arr. Carlos Salzedo)

traditional · Paraphrase on ‘Greensleeves’

harp solo (arr. Carlos Salzedo)

I Wonder as I Wander (arr. Andrew Carter)

I wonder as I wander out under the sky
how Jesus the Saviour did come for to die
for poor ordn'ry people like you and like I
I wonder as I wander out under the sky

when Mary birthed Jesus 'twas in a cow stall
with wise men and farmers and shepherds and all
but high from the Heavens a star's light did fall
and a promise of ages it then did recall

If Jesus had wanted for any wee thing
A star in the sky or a bird on the wing;
Or all of God's angels in Heav'n for to sing,
He surely could have it 'cause he was the King!

--

Ik vraag me af terwijl ik onder de hemel dwaal,
Hoe Jezus de Verlosser kwam om te sterven
Voor arme gewone mensen zoals jij en zoals ik;
Ik vraag het me af terwijl ik onder de hemel dwaal.

Toen Maria Jezus baarde, was het in een koeienstal,
Met wijze mannen, boeren en herders en zo.
Maar hoog uit Gods hemel viel ‘t licht van een ster zo klaar,
En eeuwenoude beloftes kwamen daardoor weer waar.

Als Jezus iets kleins had gewild,
Een ster in de lucht of een vogel in volle vlucht,
Of al Gods engelen die zingen in de hemel,
Hij zou het zeker kunnen krijgen, want Hij was de Koning.

I Saw Three Ships (arr. David Willcocks)

I saw three ships come sailing in,
On Christmas Day, on Christmas Day;
I saw three ships come sailing in,
On Christmas Day in the morning.

And what was in those ships all three?
On Christmas Day, on Christmas Day;
And what was in those ships all three?
On Christmas Day in the morning.

Our Saviour Christ and his lady,
On Christmas Day, on Christmas Day;
Our Saviour Christ and his lady,
On Christmas Day in the morning.

Pray, wither sailed those ships all three,
On Christmas Day, on Christmas Day;
Pray, wither sailed those ships all three,
On Christmas Day in the morning.

O they sailed into Bethlehem,
On Christmas Day, on Christmas Day;
O they sailed into Bethlehem,
On Christmas Day in the morning.

And all the bells on earth shall ring,
On Christmas Day, on Christmas Day;
And all the bells on earth shall ring,
On Christmas Day in the morning.

And all the angels in heav’n shall sing,
On Christmas Day, on Christmas Day;
And all the angels in heav’n shall sing,
On Christmas Day in the morning.

And all the souls on earth shall sing,
On Christmas Day, on Christmas Day;
And all the souls on earth shall sing,
On Christmas Day in the morning.

Then let us all rejoice again,
On Christmas Day, on Christmas Day;
Then let us all rejoice again,
On Christmas Day in the morning.

--

Ik zag drie schepen binnenvaren,
Op Kerstdag, op Kerstdag;
Ik zag drie schepen binnenvaren,
Op Kerstdag in de ochtend.

En wat zat er in die drie schepen?
Op Kerstdag, op Kerstdag;
En wat zat er in die drie schepen?
Op Kerstdag in de ochtend.

Onze Heiland Christus en zijn vrouw,
Op Kerstdag, op Kerstdag;
Onze Heiland Christus en zijn vrouw,
Op Kerstdag in de ochtend.

Waarheen voeren die drie schepen heen?
Op Kerstdag, op Kerstdag;
Waarheen voeren die drie schepen heen?
Op Kerstdag in de ochtend.

O, ze voeren naar Bethlehem,
Op Kerstdag, op Kerstdag;
O, ze voeren naar Bethlehem,
Op Kerstdag in de ochtend.

En alle klokken op aarde zullen luiden,
Op Kerstdag, op Kerstdag;
En alle klokken op aarde zullen luiden,
Op Kerstdag in de ochtend.

En alle engelen in de hemel zullen zingen,
Op Kerstdag, op Kerstdag;
En alle engelen in de hemel zullen zingen,
Op Kerstdag in de ochtend.

En alle zielen op aarde zullen zingen,
Op Kerstdag, op Kerstdag;
En alle zielen op aarde zullen zingen,
Op Kerstdag in de ochtend.

Laten we dan allen weer verblijden,
Op Kerstdag, op Kerstdag;
Laten we dan allen weer verblijden,
Op Kerstdag in de ochtend.

The Holly and the Ivy (arr. John Rutter)

The holly and the ivy,
When they are both full grown,
Of all the trees that are in the wood,
The holly bears the crown.

The rising of the sun
And the running of the deer,
The playing of the merry organ,
Sweet singing in the choir.

The holly bears a blossom,
As white as any flower,
And Mary bore sweet Jesus Christ,
To be our sweet Saviour.

The holly bears a berry,
As red as any blood,
And Mary bore sweet Jesus Christ
For to do us sinners good.

The holly bears a prickle,
As sharp as any thorn,
And Mary bore sweet Jesus Christ
On Christmas Day in the morn.

The holly bears a bark,
As bitter as any gall,
And Mary bore sweet Jesus Christ
To redeem us all.

--

De hulst en de klimop,
Wanneer ze beiden volgroeid zijn,
Van alle bomen in het woud,
Draagt de hulst de kroon.

Het opkomen van de zon
En het rennen van het hert,
Het spelen van het vrolijke orgel,
Zoet gezang in het koor.

De hulst draagt een bloesem,
Zo wit als een bloem,
En Maria baarde de lieve Jezus Christus,
Om onze lieve Heiland te zijn.

De hulst draagt een bes,
Zo rood als bloed,
En Maria baarde de lieve Jezus Christus,
Om ons zondaars goed te doen.

De hulst draagt een doorn,
Zo scherp als elke stekel,
En Maria baarde de lieve Jezus Christus,
Op Kerstdag in de ochtend.

De hulst draagt een schors,
Zo bitter als gal,
En Maria baarde de lieve Jezus Christus,
Om ons allen te verlossen.

The Twelve Days of Christmas (arr. Ian Humphris)

On the first day of Christmas
My true love gave to me
A partridge in a pear tree.

On the second day of Christmas
My true love gave to me
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree.

On the third day of Christmas
My true love gave to me
Three French hens,
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree.

On the fourth day of Christmas
My true love gave to me
Four calling birds,
Three French hens,
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree.

On the fifth day of Christmas
My true love gave to me
Five golden rings,
Four calling birds,
Three French hens,
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree.

On the sixth day of Christmas
My true love gave to me
Six geese a-laying,
Five golden rings,
Four calling birds,
Three French hens,
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree.

On the seventh day of Christmas
My true love gave to me
Seven swans-a-swimming
Six geese-a-laying
Five golden rings
Four calling birds
Three French hens
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree

On the eighth day of Christmas
My true love gave to me
Eight maids-a-milking
Seven swans-a-swimming
Six geese-a-laying
Five golden rings
Four calling birds
Three French hens
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree

On the ninth day of Christmas
My true love gave to me
Nine ladies dancing
Eight maids-a-milking
Seven swans-a-swimming
Six geese-a-laying
Five golden rings
Four calling birds
Three French hens
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree

On the tenth day of Christmas
My true love gave to me
Ten lords-a-leaping
Nine ladies dancing
Eight maids-a-milking
Seven swans-a-swimming
Six geese-a-laying
Five golden rings
Four calling birds
Three French hens
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree

On the eleventh day of Christmas
My true love gave to me
Eleven pipers piping
Ten lords-a-leaping
Nine ladies dancing
Eight maids-a-milking
Seven swans-a-swimming
Six geese-a-laying
Five golden rings
Four calling birds
Three French hens
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree

On the twelfth day of Christmas
My true love gave to me
Twelve drummers drumming
Eleven pipers piping
Ten lords-a-leaping
Nine ladies dancing
Eight maids-a-milking
Seven swans-a-swimming
Six geese-a-laying
Five golden rings
Four calling birds
Three French hens
Two turtle doves
And a partridge in a pear tree
And a partridge in a pear tree

--

Op de eerste dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Een tortelduif in een perenboom

Op de tweede dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de derde dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de vierde dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Vier roepende vogels
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de vijfde dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Vijf gouden ringen
Vier roepende vogels
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de zesde dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Zes ganzen die leggen
Vijf gouden ringen
Vier roepende vogels
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de zevende dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Zeven zwanen die zwemmen
Zes ganzen die leggen
Vijf gouden ringen
Vier roepende vogels
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de achtste dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Acht meiden die melken
Zeven zwanen die zwemmen
Zes ganzen die leggen
Vijf gouden ringen
Vier roepende vogels
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de negende dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Negen dames die dansen
Acht meiden die melken
Zeven zwanen die zwemmen
Zes ganzen die leggen
Vijf gouden ringen
Vier roepende vogels
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de tiende dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Tien heren die springen
Negen dames die dansen
Acht meiden die melken
Zeven zwanen die zwemmen
Zes ganzen die leggen
Vijf gouden ringen
Vier roepende vogels
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de elfde dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Elf pijpers die spelen
Tien heren die springen
Negen dames die dansen
Acht meiden die melken
Zeven zwanen die zwemmen
Zes ganzen die leggen
Vijf gouden ringen
Vier roepende vogels
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom

Op de twaalfde dag van Kerstmis
Gaf mijn ware liefde mij
Twaalf drummers die trommelen
Elf pijpers die spelen
Tien heren die springen
Negen dames die dansen
Acht meiden die melken
Zeven zwanen die zwemmen
Zes ganzen die leggen
Vijf gouden ringen
Vier roepende vogels
Drie Franse kippen
Twee tortelduiven
En een tortelduif in een perenboom
En een tortelduif in een perenboom

Info concert