Na meer dan twintig jaar als artistiek verantwoordelijke bij het Vlaams Radiokoor geeft Alain De Ley binnenkort de fakkel door aan Klaudia Zając. In al die jaren hielp hij het koor uitgroeien tot een toonaangevend ensemble voor vocale muziek in Vlaanderen en ver daarbuiten.

interview door Aurélie Walschaert

“Ik heb meer dan duizend concerten van het koor bijgewoond – dat was mijn brandstof. Elk concert staat me nog bij. Dat klinkt misschien vreemd, maar elke productie was een stap vooruit, en dus onmisbaar in het traject dat het koor afgelegd heeft.”
- alain de ley

Michael Praetorius

Nieuwsgierig naar het pad dat tot hier leidde, keren we terug in de tijd – naar een moment dat allesbepalend bleek: een schoolvriend overtuigde Alain om als jonge tiener mee te zingen bij het Antwerps Kathedraalkoor. Er ging een nieuwe wereld voor hem open, die hij tot dan toe enkel kende van de paar klassieke platen van zijn moeder. “Ik herinner mij dat eerste concert alsof het gisteren was. We zongen een driekorig werk van de Duitse barokcomponist Michael Praetorius in de Dom van Keulen. Ik heb het hele concert lang geen noot gezongen, zo onder de indruk was ik. Toen heb ik beslist om muziek te gaan studeren. Halverwege het vierde middelbaar ben ik gestopt om mij de resterende maanden van het schooljaar voor te bereiden op de toelatingsproef.”

muzikale kriebels

Er volgden enkele omwegen – onder meer via de horeca – maar ook toen kruiste het toeval zijn pad. “Ik heb mijn conservatoriumstudies afgebroken om het restaurant van mijn ouders over te nemen, maar het bleef kriebelen. En dus nam ik privélessen contrapunt en compositie bij Alain Craens. Op een dag liet hij mij weten dat de Opera van Gent (nu Opera Ballet Vlaanderen) een bibliothecaris zocht. Ik waagde mijn kans – met succes. Na een tijdelijk contract van een maand kwam er een plaats vrij bij het Vlaams Omroeporkest en Kamerkoor (nu Brussels Philharmonic vzw). Ook daar kon ik aan de slag. Na anderhalf jaar vroeg de toenmalige intendant Dries Sel mij of ik de artistieke coördinatie van het koor wilde opnemen. En zo is de bal aan het rollen gegaan.”

“Ik heb het altijd belangrijk gevonden om naar de zangers te luisteren en ze au sérieux te nemen. Na repetities of concerten nam ik tijd voor een babbeltje. Zo groeide het vertrouwen, kon ik grenzen aftasten en nieuwe dingen uitproberen.”
- alain de ley

tijd voor een babbeltje

Het Vlaams Radiokoor had zich net losgemaakt van de omroep, en er wachtte een uitdagende opdracht: het koor omvormen van een studio-ensemble tot een volwaardig concertkoor. Al bij het eerste concert zag Alain het potentieel: “Er stond een professioneel koor op het podium, met zangers die hun job met veel fierheid uitoefenden en voor niets minder dan kwaliteit gingen. Ze sloten geen compromissen.”

Een uitgeschreven handleiding was er niet, maar openheid en dialoog bleken essentieel: "Ik heb het altijd belangrijk gevonden om naar de zangers te luisteren en ze au sérieux te nemen. Na repetities of concerten nam ik tijd voor een babbeltje. Zo groeide het vertrouwen, kon ik grenzen aftasten en nieuwe dingen uitproberen.”

flexibiliteit

Een van de ingrijpendste maar belangrijkste hervormingen was de afschaffing van het systeem met 24 voltijdse zangers. “We werken nu met voltijdse én deeltijdse plaatsen, waardoor we de bezetting flexibel kunnen afstemmen op de productie. Dat opent mogelijkheden in de programmatie én maakt het aantrekkelijker voor organisatoren.” En laat flexibiliteit nu een van dé sterktes van het Vlaams Radiokoor zijn. In repertoire, maar ook in klank.

brandstof

Een klank die Alain naar eigen zeggen uit de duizend zou herkennen, tenminste als er een dirigent voor staat met wie het koor eerder al samenwerkte. “Ik heb meer dan duizend concerten van het koor bijgewoond – dat was mijn brandstof. Elk concert staat me nog bij. Dat klinkt misschien vreemd, maar elke productie was een stap vooruit, en dus onmisbaar in het traject dat het koor afgelegd heeft. Ook de dirigenten speelden daarin een sleutelrol. Afhankelijk van wie het dirigeerde, klonk het soms alsof je naar een heel ander koor luisterde - elke chef-dirigent had een eigen aanpak. Johan Duijck was technisch sterk. Hij streefde naar een perfecte intonatie en legde de basis voor hun typische klank. Bo Holten zette in op hedendaags repertoire, Hervé Niquet bracht de lyriek uit de barokwereld mee. Met Bart Van Reyn pakken we het weer anders aan: als chef-dirigent én muziekdirecteur draagt hij ook verantwoordelijkheid voor producties die hij niet zelf dirigeert. Hij bereidt het koor voor, bepaalt de stemverdeling en legt zo het fundament voor de gastdirigenten.”

stevige basis

Vandaag is het Vlaams Radiokoor een vaste waarde in het internationale concertlandschap. “Een modern, relevant koor. Organisatoren als Bozar of buitenlandse ensembles als Les Siècles bellen ons voor grootschalige producties of minder voor de hand liggende projecten. Als ik terugkijk op die evolutie, dan ben ik trots. We hebben een stevige basis gelegd om op verder te bouwen.”