Met Peer Gynt schreef Hendrik Ibsen een sociale satire op wat hij ‘de zelfgenoegzame en bekrompen Noorse mentaliteit’ noemde, vermomd in een folkloristisch sprookje. Ibsen schetste in het stuk het leven van de egoïstische Peer Gynt, een brokkenmaker die een spoor van vernieling en gebroken harten achter zich laat en zijn verantwoordelijkheid steeds ontvlucht, maar aan het eind van zijn leven toch in de armen van zijn geliefde Solveig kan sterven.

Ibsen vroeg zijn vriend Edvard Grieg om muziek bij het verhaal te componeren, maar die voelde aanvankelijk niet veel voor de figuur van Peer Gynt. Toen hij in 1874 eindelijk overstag ging, schreef hij niet alleen muziek – hij schreef geschiedenis. Want vanaf de première was de muziek een hit, en dat is die nog steeds.

Grieg vormde het verhaal van de nare Peer Gynt om tot een muzikale kaskraker en publiekslieveling. De vele Noorse folklore invloeden en onverwachte instrumenten maken het werk toegankelijk, maar het is vooral het meesterschap van Grieg dat door de muziek het sprookje voor onze ogen én oren tot leven wekt.

Met: Jolien De Gendt (Solvjeg), Kelly Poukens (Anitra), Kristien Nijs, Sarah Van Mol & Evi Roelants (3 Saterinnen), Conor Biggs (Dief), Philippe Souvagie (Heler)

Tekst & concept: Brechtje Lauwaard & Tristan Versteven

Illustraties: Gerda Dendooven

in samenwerking met Het Banket

Programma

Edvard Grieg – Peer Gynt, op. 23

praktisch